maandag 3 augustus 2015

In bedrijf

Deze meimaand was de koudste sinds 1923. Er was gelukkig wel zon, dat scheelt. We trokken dus wat meer kleren aan, en verder merkten we er niet zoveel van. het is nu juni, en juni is alleen maar slechter. Veel regen, de temperatuur komt niet boven de 10 graden.  Onze zomerkleren zijn nog niet uit de kast geweest. Sinds een aantal weken zijn we de 17e mei voorbij. Daarna wordt het 's nachts niet meer donker. Die lange dagen zijn heerlijk.

Het schooljaar loopt op zijn einde. De kinderen moeten nog een week naar school en dan hebben ze een heerlijke, lange vakantie. Jammer genoeg heb ik dit jaar 'Her er vi' (hier zijn wij) gemist, het optreden van alle klassen voor de ouders. (Ik was op stap naar Ålesund voor het werk. Zie verderop.) Sytze gaat volgend jaar zijn laatste jaar Videregående skole in. Daarna zoekt hij een leerbedrijf voor een praktijkplaats elektro. Na twee jaar praktijk krijgt hij zijn vakbrief. Met deze combinatie theorie en praktijk kan hij, als hij dat wil, instromen op de Høyskole (HBO?) Het gaat goed met hem, en ik heb de indruk dat deze praktische weg beter bij hem past dan de Havo waar hij in Nederland heen was gegaan. Hij drumt nog steeds met veel plezier.
Anne Lieke gaat volgend jaar naar het tweede jaar van de ungdomsskole, de 9e klas. De 8e klas hier is min of meer vergelijkbaar met de stap naar de middelbare school. Het serieuze werk begint, en het spelen is eraf. Geen tochtjes naar buiten meer bijvoorbeeld. Met alles wat ze het afgelopen jaar op haar bord had, is de fluit die ze met plezier speelt, niet uit de kast geweest.
Met Lieuwe gaat het gewoon lekker Hij gaat met plezier naar school, doet daar veel samen met een groepje van een aantal jongens. Viggo is nog steeds zijn grootste vriend, maar hij heeft daarnaast ook andere vrienden gekregen.
Na drie jaar kun je niet zeggen dat de kinderen 'volledig geïntegreerd' zijn (die vraag krijgen we nogal eens, waar meet je dat eigenlijk aan af?). Maar ze kunnen goed meekomen op school, zitten op een sport en hebben vrienden. Sytze en Lieuwe hebben extra Noors gehad (Sytze onder protest, Lieuwe wilde daarentegen graag). Je moet rekenen dat ze nog jaren een achterstand houden in hun vocabulaire, als ze dat ooit al kwijtraken. Ze groeien echter wel tweetalig op. Over Folmer en mij hebben we het niet eens. Er zijn zo ontzettend veel uitdrukkingen, die leren we van z'n levensdagen niet meer.

Tinboden, nieuwe onderkomen van Topp Bygg. In het witte deel, voor de zwarte hoge deur. Rechts de zeecontainers.

Folmer doet een heleboel dingen voor het eerst, en dat is wennen. Hij heeft zijn heftruckcertificaat gehaald (met klamme handen), en toen kon hij aan de slag. Mooi, want er waren al een aantal orders binnengekomen. Het mooie plaatsje achter de doe-het-zelf zaak, bleek echter minder ideaal dan het zich in het begin liet aanzien. Het stormde de laatste week van april wel een week achter elkaar. De wind waaide recht over het fjord, en stond op de voorkant van de containers. Het was nauwelijks mogelijk de deuren open te maken. Toen het weer in het weekend daarna opgeknapt was, bleef de truck steken in de losse ondergrond. Folmer is vervolgens vrij snel op zoek gegaan naar andere ruimte. Die vond hij al gauw. Een kilometer verderop staat een grote, oude hal. Die is eigendom van iemand, die handelt in zand en stenen. Het staat tussen de weg naar Brekstad en het water. Vervolgens moesten de containers vervoerd worden.

Mooie grote ruimte.

Geen nood, dat kon de dag erna (woensdag). O nee, toch niet bleek op woensdag, want de vrachtwagen was voor een onderhoudsbeurt in Trondheim. Om kort te gaan, de dag erna werd vervolgens een kleine week later, en Folmer heeft zijn nagels in die week behoorlijk kort gebeten. Die orders waren nog steeds niet klaar, en hij zou op woensdag naar Nederland en Belgie (naar het Firestone hoofdkantoor in Brussel) reizen. Op dinsdag kwam op de valreep de vervoerder om de containers te verplaatsen. Nou ja, dan was dat in ieder geval klaar voor hij vertrok. Hij heeft de bestellingen vervolgens maar uit Brussel laten komen. Dat bracht extra kosten met zich mee, maar dan was dat in ieder geval binnen een week op de plaats van bestemming. Mooi niet, als Murphy aan de slag is, dan weet hij van geen wijken. Die levering duurde door tussenliggende feestdagen en andere vertragingen ineens ook twee weken. Tja, alle begin is moeilijk, zullen we het daar maar op houden? Vandaag is Folmer in de heftruck de vier kilometer over de weg naar het nieuwe onderkomen gesukkeld. Nou staat alles op de nieuwe locatie.


Folmer heeft ondertussen de zeecontainers leeggehaald en de ruimte ingericht. Hij heeft het naar de zin, en het gaat goed met hem. Af en toe loopt hij te klagen dat hij moe is en spierpijn heeft, en in het begin zei hij ook nog wel eens dat het nog niet zo goed gaat met hem. Af en toe moest ik hem er even aan herinneren wat hij allemaal verstouwd had de afgelopen tijd, en dan zei hij wel 'O, ja. Dat is ook zo.' Inmiddels heeft hij al een aantal weken behoorlijk wat werk verzet, ook fysiek zwaar werk. Hij heeft zijn eerste orders klaar gemaakt en verzonden en dan ben je in de weer met rollen van 300 tot 400 kilo. En het gaat nog steeds goed. Langzamerhand groeit bij hem weer het vertrouwen, dat hij van zijn eigen lichaam op aan kan. Bepaalde dingen kunnen nog niet. Twee maanden geleden wilde hij proberen hoe het was om weer hard te lopen. We hebben twee kilometer rustig gelopen. In de avond voelde hij zich erg beroerd. Daar wacht hij dus voorlopig mee. Verder is hij nog steeds erg gevoelig voor bepaalde voedingsmiddelen. Na het eten van een tortilla met een tex mex kruidenmengsel, voelde hij zich daarna doodziek. Dat was schrikken, maar het was de volgende dag alweer een stuk beter. Met een beetje uitkijken is het leven voor hem weer een heel stuk leefbaarder.

Anne Lieke heeft deze winter meegedaan aan de regionale selectie voor voetbal. Er waren verschillende selectierondes, in de laatste waren ze met een stuk of 120 meiden in Trondheim. Er zouden een stuk of 15 geselecteerd worden. In die ronde zijn alle meiden uit Bjugn afgevallen. Anne Lieke was er niet echt rouwig om dat ze niet verder ging. Hoewel het leuk was om mee te doen, merkte ze ook wel dat er erg veel tijd in ging zitten. Samen met school en oppasbaantje (zie vorige blog) was de rek er uit. Vanavond gaan we kijken naar een wedstrijd die ze meespeelt met meisjes 16 (inderdaad, ze is zelf nog maar dertien). In die groep kunnen ze geen volledig elftal samenstellen, daarom 'lenen' ze spelers van meisjes 14. De meerderheid van de speelsters is van Anne Lieke haar leeftijd. De eerste wedstrijd heeft het FK Fosen team gewonnen. Vanavond is het feest. Na tientallen jaren is dit de eerste keer dat er weer een wedstrijd van 2x 35 minuten gespeeld wordt, er zijn in de tussentijd nooit voldoende speelsters geweest.

Eind maart, in de paasvakantie van de kinderen, moest Folmer naar Bratislava om daar de beginselen van het dakdekken bijgebracht te krijgen. Hij moet toch enigszins weten waar hij over praat, nietwaar? Wij, de rest van het gezin, Sytze uitgezonderd, wilden mee. Gek genoeg was dit de eerste vakantie sinds lange tijd, dat wil zeggen dat we met het gezin samen iets deden. Sytze had zijn zinnen gezet op een gamefeest met zijn vrienden.
Was Bratislava nou niet direct een stad die we zelf hadden uitgekozen, het was wel zeer de moeite waard. Bratislava is de hoofdstad van Slowakije, en is wat inwoneraantal vergelijkbaar met Groningen en Trondheim. Het heeft echter meer grandeur dan die twee steden, als naitionale hoofdstad.




Boven: In het centrum staan veel bronzen beelden.
 Rechts: Een keer toen we gingen lunchen, kreeg Anne Lieke dit bord met gefrituurde aardappelslierten. Erg lekker.



Boven: binnenstad en eronder televiesiegebouw. Links museum in kasteel (zie foto vanaf brug)

Bratislava heeft een hele mooie oude binnenstad, en het was indrukwekkend om de restanten van het communistische tijdperk te zien. Zo'n contrast was dat! De binnenstad met zijn prachtige beelden, rijk versierde gebouwen, en de deprimerende eenvormigheid van de overblijfselen van het communistische regime.


Met Lieuwe naar dierentuin en dinosaurus park


Folmer heeft zijn cursus gehad samen met een groep Russen, en heeft zijn ogen uitgekeken. De Russen, kennelijk in uitgelaten stemming los van huis, hadden de eerste avond dusdanig gefeest dat een van hen onder de cursus van zijn stoel afviel en op de grond verder zijn roes uit zou slapen. Ook voor de rest deed de groep mannen denken aan een losgeslagen kleuterklas, volgens Folmer. Cultuurverschil?

Met Lieuwe ben ik een ochtend naar het Dinosauruspark en de Zoo geweest. We namen de bus. Noem het een tic, maar ik vind reizen met openbaar vervoer in een ander land sowieso al een avontuur. Een stedenstrip wordt helemaal een feest wanneer ik met de bus, tram, trein of metro kan reizen, en het systeem heb doorgrond. In Bratislava moesten we even op gang geholpen worden. We snapten niet helemaal hoe het werkte met de buskaartjes, daarom vroegen ik aan iemand of hij ons kon helpen. Dat was geen probleem. Even later bleek de jonge man in Maastricht medicijnen gestudeerd te hebben. Dat leverde een leuk gesprek op.
's Middags was Anne Lieke aan de beurt. We hebben samen gewinkeld, en gebouwen bekeken. Anne Lieke haar vriendin Vanda komt vaak in Slowakije, omdat haar moeder daar vandaan komt. Ze vond het leuk om nu eens het land te bezoeken waar Vanda zo vaak komt, en waar een deel van haar familie woont.
Ook ik heb kennis gemaakt met Folmer zijn contactpersoon bij Firestone, op een avond zijn we met hem wezen eten. Hij is directeur van Scandinavie en Oost Europa, en is vaak onderweg in deze enorme regio. Hij vertelde boeiend over zijn vele reizen.




























De verrassing in Bratislava is de Blauwe Kerk. Bijzonder van buiten en mooi van binnen. Simpel, kleurrijk. 




Ondertussen ben ik ook op het werk min of meer 'ontgroend'. In april gingen we met het team van leidinggevenden en de administratie op Blåtur, een verrassingstocht. Vertrek: vrijdag 12.00. Terugkomst was ong. 24 uur later. Voordat we vertrokken begreep ik dat het ging om een verrassingstocht. Vrijdagmiddag zouden we vertrekken, zaterdag tegen de middag zouden we weer terug zijn. En er was een lijst van wat je mee moest nemen. Maar wat ik niet wist, dat was dat een blåtur altijd rijkelijk met alcohol vergezeld gaat. Maar dat gedeelte werd me al vrij snel duidelijk. 



Tijdens de autorit naar het veer naar Storfosna / Kråkvåg (prachtige eilanden, ik was er al een keer geweest met Jobb og bo, de cursus voor werkzoekenden) kwam de eerste fles al tevoorschijn, met droplikeur. Die ronde heb ik nog meegedaan. Daarna gingen we eten, op de bålpan werden pølse (worstjes) gegrild. En toen kwamen er steeds mee alcoholhoudende dranken op tafel. De stemming werd steeds vrolijker. Ik ben geen geheelonthouder. Maar wanneer er geen alcohol zou zijn, dan zou ik het niet missen, laten we het zo maar zeggen. Er waren in de middag spelletjes georganiseerd, boogschieten, schieten met luchtbuks, touwtrekken, boomstam zagen, dat soort dingen. De stemming werd meer en meer uitgelaten. 

De twee organisatoren gedroegen zich als overspannen tienjarigen op hun eigen verjaardagsfeest, en iedereen had de grootste lol. Ik heb er bij gezeten met gemengde gevoelens. In de middag, zo lang we bezig waren, was het wel leuk. De spelletjes waren leuk om te doen. Tijdens het eten, toen een van de twee organisatoren een glas omstootte en daar met dronkemansonverschilligheid op reageerde, haakte ik af. De twee organisatoren liepen voortdurend gillend van de lach en schreeuwend rond. Na het eten was er een hot tub, die ronde heb ik nog meegedaan. Het was link dat ook de mensen die straalbezopen waren, in het bad gingen en de neiging hadden om weg te glijden. Maar er werd wel weer op elkaar gepast. Na het bad vond ik het welletjes, en ben ik naar mijn kamer gegaan. De volgende dag hebben we nog ontbeten, en rond twaalf uur gingen we met de boot terug. Tja, en toen had ik natuurlijk lol.... iedereen had het erg druk met zichzelf en de gevolgen van teveel drank, terwijl ik een leuk gesprek had met de stuurman van de boot, die op de grote vaart had gezeten, en daardoor Nederland vaak bezocht had. 


De Blåtur zorgde wel even voor een cultuurcrash! Wanneer ik geweten had, dat het de bedoeling was om samen dronken te worden, dan had ik bedankt. Ik had het van tevoren willen weten, ik heb me ook wel even bedonderd gevoeld. Als nuchterling de groep mensen waar je mee bivakkeert dronken te zien worden, vind ik niet echt een 'joepie' ervaring. Er zijn een paar momenten geweest dat ik me echt onbehaaglijk heb gevoeld. Wat er gebeurde tijdens het avondeten, dat ging me te ver. En de combinatie met dat zo rond die tijd mensen ook massaal begonnen te vragen of het voor mij niet 'voldsom' (heftig, letterlijk gewelddadig) was (kennelijk waren er wel meer mensen die vonden dat het op het randje was wat er gebeurde), maakte dat er niet beter op. Aan de andere kant hebben de meeste van mijn collega's er ook wel voor gezorgd hebben dat het enigszins draaglijk gebleven is. De zorgzaamheid die ze toonden door af en toe een gesprekje aan te knopen, en bereid waren om even uit de luchtbel van uitgelatenheid te stappen, heeft me goed gedaan.







Later heb ik met een aantal mensen gepraat over onze Blåtur, en Blåturer in het algemeen. En ik heb begrepen dat het veel erger kan. Noren hebben een soort 'feestcultuur'. (Uitspraak van een Noorse dame, zij kan het weten.) Op een feest is het de gewoonte dat je je laat vollopen. En dan verdwijnen de grenzen en maken ze lol en doen ze dingen waar ze soms de volgende dag liever niet meer aan herinnerd willen worden. Maak het verhaal verder zelf af, en kleur de plaatjes. Lang leve de lol. Ineens moest ik weer denken aan de schrijnende posters die ik met kerst in Trondheim en op het vliegveld had zien hangen. Daarop stond een kind, met daarbij de tekst die erop neerkwam, dat dat kind hoopte dat vader en moeder niet zo dronken zouden zijn, dat ze zijn bestaan zouden vergeten. Vrolijk kerstfeest?


Parade van trekkers op de borg Austrått












In het lange Hemelvaart weekend zijn Anne Lieke en ik naar Nederland geweest. Mijn vader en moeder zagen het niet zitten om naar Noorwegen te reizen, mijn moeder is regelmatig heel moe. Omdat we ze toch wilden zien, en we in de zomervakantie maar kort naar Nederland gaan, zijn wij naar hun toe geweest. We hebben vrij gevraagd voor Anne Lieke, en daardoor konden we bijna een week weg. Nou ja, de reisdagen ben je al kwijt. Het was een heerlijke week. We hebben gelogeerd bij mijn ouders. We vertrokken met een vroeg vliegtuig naar Oslo, daarom zijn we de avond van tevoren al naar Værnes gereden. Chic, in het Radisson dat pal naast het vliegveld ligt, overnachten.
We waren met een overstap in Oslo, om 10 uur al in Amsterdam. Natuurlijk zijn we nog even de stad in geweest. We hebben ons zelfs nog even het Rijksmuseum gewaagd. Maar dat was erg druk, en we waren ondertussen moe. We zijn na het bekijken van de Nachtwacht weer gauw naar buiten gegaan. Daarna pakten we de trein naar Haren, waar opa en oma ons af zouden halen. De rest van de week was gezellig en rustig. 
Anne Lieke heeft een aantal vriendinnen opgezocht, en is alleen (!) naar Apeldoorn gereisd, naar haar vriendin Vanda. Dat vond ze heel spannend, en terecht! Ze moest overstappen in Zwolle en Deventer. Ze heeft het prima gedaan. Dan zie je ineens je kind een sprong maken in ontwikkeling en zelfvertrouwen. Ik heb in die week dingen met mijn ouders gedaan, waaronder plantjes in de tuin zetten. En asperges klaargemaakt en gegeten. Mijn broer Jan kwam nog even op bezoek. En er is veel bijgepraat. 
De laatste dag verhuisden we naar Rein. Dat was een logistieke puzzel. Hij was zo lief om in de morgen al de koffers op te halen. Daardoor konden Anne Lieke en ik naar Oma Hanneke fietsen, waar mijn fiets achterbleef. Als ik in Nederland ben, vind ik het heel erg fijn om te fietsen. Zoals jullie weten is dat een van de dingen die ik mis in Noorwegen. Rein kwam hardlopend naar ons toe, en we zijn met hem mee naar huis gegaan. Ik hardlopend, Anne Lieke op de fiets. 's Avonds hebben we bij Rein gegeten, en de volgende dag heeft hij ons naar de trein gebracht.
Folmer was voordat Anne Lieke en ik in Nederland waren, zelf ook naar Nederland geweest. Hij moest eigenlijk naar Brussel, naar het hoofdkantoor van Firestone, en combineerde dat met een bezoek aan Nederland. Wij hadden twee vreemde weken. Eerst reisde ik naar Oslo voor mijn werk. Voordat ik op het vliegtuig naar Trondheim zou stappen, had ik een korte ontmoeting met Folmer, die naar Nederland reisde. De dag dat wij naar Nederland reisden, ging Folmer naar huis. We troffen hem net niet in Kopenhagen. De beide jongens waren een nacht alleen thuis. Vooral Lieuwe vond dat van tevoren spannend, toen echter het moment aangebroken was, zag hij duidelijk de voordelen van een avond zonder pa en moe. 






Verder ben ik wat betreft werk in rustiger vaarwater beland. Aan een groot project is een einde gekomen. Twee weken geleden was de eindconferentie van het leernetwerk, een project waar ik in oktober mee begonnen was. Twaalf gemeentes uit Sør Trøndelag, de fylke (provincie) waar wij wonen, hadden meegedaan. Drie procesbegeleiders (waarvan ik er een was) deden de begeleiding van het netwerk. Het was de bedoeling dat de gemeentes hun eigen projecten in de zorgtechnologie opzetten. Op 28 mei was daar de afsluiting van, in Ålesund. Onze werkgroepen, uit Bjugn en Åfjord, gingen erheen met 8 mensen sterk, en Siv Iren en ik. Ook de groepen uit naburige fylkes Møre og Romsdal en Nord Trøndelag deden mee. In een onbewaakt ogenblik heb ik 'ja' gezegd, toen Siv Iren me voorstelde dat ik de dagvoorzitter zou zijn. Die taak hield in dat ik de presentaties en andere onderdelen aan elkaar zou praten. Het overkwam me. Ik had geen goede argumenten om nee te zeggen. En volgens Siv Iren stelde het niet zoveel voor.... ik hoefde me niet voor te bereiden. Ja, dank je de koekoek! Als dagvoorzitter moet je heel alert zijn. Je praat de onderdelen aan elkaar vast. Inhoudelijk lever je niet een grote bijdrage, maar met wat je zegt en doet, druk je een stempel op de sfeer van de dag.


In Nederland heb ik iets dergelijks ook wel gedaan, ik weet wel dat ik het kan. De taal zorgde echter voor een ekstra moeilijkheidsgraad. Maar goed, ik heb het gedaan, en men was tevreden. Ik heb zelf gemengde gevoelens. Je mist toch dingen, en ondanks of misschien door de uiterste concentratie maakte ik meer fouten dan ik mezelf toestond. Dat is onbevredigend. En het is ongetwijfeld het meest spannende geweest dat ik ooit gedaan heb.


De werkgroepen uit Åfjord en Bjugn op Skarven. Foto boven: het uitzicht. Ålesund is dankzij een grote brand ruim honderd jaar geleden een stad met veel bouw in Jugendstil.

Met het verdwijnen van dit grote project, heb ik ineens veel tijd over. Ook tijd om na te denken wat ik hierna ga doen. Over 6 maanden loopt mijn contract af. Ik denk dat het project wel een vervolg gaat krijgen, maar ik weet niet zeker of ik daar nog mee door wil gaan. De onrust begint alweer een beetje te komen. Maar eerst vakantie!




Sytze tijdens de Kopparn opp

Het hele gezin deed eind mei mee met de 'Kopparn opp' loop, een parcours van 4.5 km, ruim 400 meter stijgen. Sytze was 4e bij de jongens 16-19. Ik won de gouden medaille bij de dames 50+. Maar de echte held was Folmer. Kon hij 3 maanden ervoor nog geen 300 meter omhoog lopen, op die dag heeft hij de top bereikt, samen met Anne Lieke en Lieuwe die met hem de trimloop deden.




 En in het weekend van 13 juni, was er de Stokkøyacup, een voetbaltoernooi waar Anne Lieke aan meegedaan heeft. Voor het eerst was het de hele dag mooi weer. Folmer Lieuwe en ik zijn een stuk verder gereden, naar Linesøya (Øy betekent eiland) om daar te wandelen. Beide eilanden zijn werkelijk paradijselijk op zo'n prachtige dag.


Prettige vakantie allemaal!





zondag 22 maart 2015

Doorstart van Folmer

Wat is er ongelofelijk veel in een nieuw land waarin je je weg moet vinden. In het begin klooi je met D-nummer en fødselsnummer (Noorse Sofi nummer) en  zoek je een bank, en moet je wennen aan een nieuw systeem en andere regels. (Je betaalt hier bijvoorbeeld voor een heleboel diensten een gebyr, een bijdrage zeg maar. Wanneer je hier in de supermarkt pint, dan betaal je 2 kronen, 24 cent.) Je regelt dat je post kunt ontvangen, dat moet je hier met een aanvraagformulier bij het postkantoor doen. Doe je dat niet, ontvang je geen post en sturen ze de post retour afzender. Ondanks dat je adres op de enveloppe staat.


Je moet je weg vinden in het verzekeringssysteem voor ziektekosten, (niet eenvoudig met het onderscheid tussen openbaar en privaat,) met al zijn vergoedingen, en ga zo maar door. Na twee en een half jaar hier wonen is dat 'je weg vinden' nog niet klaar. Bestuur, politieke partijen, belangenverenigingen, vakbonden, onderwijs, pensioenregelingen, wetten en regels... alles moet je zien te doorgronden en je (opnieuw) eigen maken. We zijn een eind op weg, maar er is nog veel te ontdekken en uit te zoeken. En dat komt wanneer je ermee te maken krijgt.
Anne Lieke heeft een beugel gekregen. En wij zijn wijzer geworden hoe het werkt in de wereld van de 'tannregulering', zoals ortodontie hier heet. (De eerlijkheid gebiedt overigens te zeggen dat we daar ook in Nederland geen ervaring mee hadden.) Ze heeft voorlopig alleen een beugel voor haar bovengebit. Om de beugel voor haar ondergebit te plaatsen moet ze eerst naar de kaakchirurg, om haar twee onderste hoektanden te laten verwijderen. In plaats van in het gelid boven te komen, liggen die dwars onder de wortels van haar voortanden. Die gaan never nooit uit zichzelf boven komen. Constructiefoutje..... We zijn heen en weer terug verwezen, van tandarts naar specialist en weet terug, en naar tweede specialist, ondertussen weten we hoe het werkt.



Anne Lieke loopt al sinds begin dit schooljaar naar school samen met Teodor, een jongen uit de eerste klas. Vanaf half november tot begin maart paste ze voor schooltijd ook nog op hem. Wij genieten mee van alle verhalen over zijn ruimtereizen of hoe hij in een vorig leven een robot was.







Het openbare ziekenhuissysteem is dusdanig dichtgeslibd, dat er enorme wachtlijsten zijn. Voor een knieoperatie moet je hier al gauw een jaar of 5 wachten. Er zijn dan ook allerlei privé klinieken ontstaan rondom de meeste specialismen, waar je terecht kunt tegen een forse eigen bijdrage. Ga je daarheen, dan wordt dat wel vergoed, maar die klinieken hanteren tarieven, en die tot wel 50% hoger liggen dan de tarieven in de openbare ziekenhuizen. Voorbeeld: de beugel van Anne Lieke wordt voor 75% vergoed volgens de vastgestelde openbare tarieven. We betalen dus 25 % plus een extra toeslag. In de praktijk moeten we 18 000 kr. betalen, dat is ongeveer 2200 euro. Het



Wandeling in de storm 


De eerste maanden van mijn nieuwe baan hebben zijn tol geëist. Het reizen, het helsevesen (gezondheidszorg) als nieuw werkveld, een nieuwe organisatie met nieuwe mensen, en als klap op de vuurpijl de taal; alles tesamen maakten dat het leven behoorlijk intensief. En wat low profile beginnen was er niet bij. Overal waar ik naar toe reisde, moest ik bijvoorbeeld zelf ook een presentatie houden en over de stand van zaken in onze gemeentes vertellen. De agenda was in de laatste maanden van het jaar gevuld met de nationale en regionale programma's waarin de gemeentes Bjugn en Åfjord deelnemen. Daarna reisden we in de kerstvakantie naar Nederland. Eigenlijk was me dat net iets teveel. In januari kwam de terugslag. Ik werd ziek en vervolgens voelde ik me een tijd lang somber en had nergens zin in, voelde me hier niet thuis, en had ik van de weeromstuit last van heimwee naar Nederland, en vooral naar alle mensen daar die me dierbaar zijn, daar. Gelukkig was het vanaf begin februari mogelijk om even gas terug te nemen. In tijden van somberen, is het niet praktisch om grote beslissingen te nemen. Zoveel heb ik in de afgelopen halve eeuw (!) op deze aardbol wel geleerd. Ik heb de sombere gevoelens uitgezeten en gewacht op betere tijden. Zo langzamerhand zijn die aan het aanbreken.

Terug naar Nederland....  Ja terug naar familie en vrienden, dat lijkt me wel. Maar na twee en een half jaar Noorwegen weet ik niet of ik in die overbevolkte postzegel nog zou kunnen aarden. De ruimte hier went, op een aangename manier, de drukte zijn we dan ook ontwend. Maar aan de andere kant zijn we hier nog steeds aan het opbouwen.  Je moet dat over de lange termijn bekijken. Vriendschappen van twee jaar zijn niet te vergelijken met die van een half leven, of langer. Dat  de weg terug afgesneden zou zijn, dat is een beangstigende gedachte, wanneer ik me hier enigszins verloren voel. Noorwegen is het 'nog niet', en in Nederland is het 'niet meer'. We zweven ergens tussen beide landen in.

uitvoering muziekschool, Lieuwe (uiterst rechts)

Het ziek zijn van Folmer speelt ook wel een rol in de gevoelens en overpeinzingen van hiervoor. We hebben, inmiddels bijna drie jaar geleden, samen het besluit genomen om naar Noorwegen te verhuizen. We gingen er ook van uit dat we in de praktische gevolgen van onze keuze, elkaar konden steunen en samen konden werken. Waar we geen rekening mee gehouden hebben, is dat Folmer ziek zou worden. Dat samenwerken is noodgedwongen op een aantal fronten meer 'ieder voor zich, en volhouden maar' geworden. Dat is confronterend geweest. De gezamenlijke onderneming stond op een laag pitje. In huis is er bijvoorbeeld de afgelopen anderhalf jaar weinig gebeurd, behalve de boel schoonhouden. Het heeft stilgestaan. We beseffen ook hoe afhankelijk we zijn van elkaar, dat gevoel van op elkaar aangewezen zijn is hier sterker dan het in Nederland was.
Die afhankelijkheid neemt af, naarmate we ieder voor zich, ook de kinderen, beter in staat zijn onszelf te redden in dit nog steeds nieuwe land. Werk speelt daarin een belangrijke rol. Er groeien langzaam nieuwe wortels, maar dat kost tijd. Nu missen we die wortels soms. Is oud worden zonder wortels eigenlijk wel zo leuk? vragen we onszelf af en toe af.

Wat mij duidelijk is geworden in de afgelopen maanden, is dat full time werken (dat was al weer een jaar of 16 geleden) minder bijdraagt in het opbouwen van sociale contacten, dan ik verwacht had. Vooral niet wanneer je vaak ver weg bent. Maar wellicht vraagt dat meer tijd en oordeel ik te snel. Maar iedereen op je werk heeft zijn eigen leven en je bent samen met collega's bezig met werkvragen.

Over de leuke kant van het werk heb ik de vorige keer al uitgebreid geschreven. Ik ben binnen no time veel meer ingeburgerd op het gebied van gebruik van openbaar vervoer. En nog steeds loop ik regelmatig rond met een stoer gevoel van 'kijk mij nou, ik doe het toch allemaal maar'. (Op mijn mindere dagen loop ik rond met het gevoel 'waar ben ik in vredesnaam aan begonnen.')

Sytze (links op voorgrond) deed mee aan de musical 'Rock of ages'. Zwanenzang van de laatste lichting muzieklijn van de videregående skole. De muzieklijn is vanwege bezuinigingen opgeheven. Iedereen besefte tijdens de voorstellingen wel, dat er daarmee iets onvervangbaars opgehouden is. De kwaliteit van de voorstelling was erg goed.

Na het bovenstaande geschreven te hebben, zijn we weer twee weken verder. En inderdaad, ik ben nog steeds langzaam bij aan het komen. De sombere gevoelens zijn weggetrokken, en de heimwee daarmee ook.

Na de vorige blog heb ik reacties gekregen dat ik niets over Folmer had geschreven. Hou je vast, daar komt 'ie. Er valt wel wat bij te praten.

Rond de herfstvakantie had Folmer een behoorlijke fysieke terugval. Daarnaast viel het werken zelf hem zwaar. Zijn leidinggevende verlangde van Folmer dat hij elke dag op dezelfde uren op zijn werk was, en hoewel hij voldeed aan die eis, ervoer hij het zelf als zinloos. Iemand met Lyme heeft zijn goede dagen en zijn slechte dagen. In de praktijk zat hij op de ene dag de tijd uit, terwijl hij op de andere dag zich zo fit voelde, dat hij langer had kunnen werken. Inhoudelijk liep het ook al niet lekker. Hij had een half jaar gewerkt aan het maken van een verkeersplan. Dat was een taaie klus die hij deed voor een collega, die zelf de regie niet los kon laten. Dat was voor Folmer erg frustrerend. Al met al was het dus niet alleen de terugval alleen die hem parten speelde begin oktober, maar hij knapte ook min of meer af.
De terugval kwam hij te boven. Die lag op zich ook in de lijn der verwachting. De terugval was, hoe paradoxaal dat ook lijkt, waarschijnlijk toe te schrijven aan intensivering van de maatregelen om de ziekte te boven te komen. In september is Folmer begonnen met een apparaat waarmee hij naast de behandelingen in Trondheim, ook zichzelf thuis kon 'behandelen'. Daarnaast was hij begonnen met het gebruik van kruidenpreparaten. En dat sloeg aan. Al met al kwam er verandering in het verloop van de ziekte; de maatregelen leken effect te hebben.

zonsondergang tijdens vlucht vanuit Oslo naar huis

Even wat achtergrondinformatie over de ziekte van Lyme en de Borrelia spirocheet, die de ziekte veroorzaakt.  De spirocheet kan verschillende vormen aannemen. Zo kan die bijvoorbeeld een vorm aannemen waarin die zich omhult met een gelei-achtig laagje. In die toestand krijgt antibiotica geen vat op hem. (Mede daardoor is er zo moeilijk grip op de ziekte te krijgen met antibiotica.) Hij voedt zich met stoffen uit kraakbeen, bindweefsel en vet, daar houdt hij zich ook graag op. (Ook dat maakt hem moeilijk bereikbaar voor antibiotica, deze plaatsen zijn slecht doorbloed.)  Bij het afsterven van de spirocheten komen er giftige afvalstoffen vrij. Die giftige afvalstoffen verstoren allerlei processen in het lichaam. De 'last' die je ervaart kan daarmee individueel heel verschillend zijn, afhankelijk van je eigen gevoeligheid. De meeste mensen krijgen echter wel last van hun gewrichten. Sommige mensen krijgen last van uitvalsverschijnselen, doordat het zenuwstelsel ontregeld raakt. Bij Folmer werkte het ook op zijn spijsvertering. Hij kon bepaald voedsel niet meer verdragen. Het lichaam, met name de lever, heeft het zwaar met het opruimen van deze giftige resten. Daardoor kun je je erg moe voelen. In een effectieve behandeling moet niet alleen de spirocheet gedoseerd (anders krijgt het lichaam in een keer teveel aan afvalstoffen te verduren) opgeruimd worden, maar ook het lichaam heeft ondersteuning nodig om die giftige reststoffen kwijt te raken.



Rein was op bezoek in de voorjaarsvakantie, die hier vinterferie heet. Tocht naar de Engel, zichtbaar op eerste foto.


Wat mij persoonlijk erg verwondert, is dat de gemiddelde huisarts weinig weet heeft van het bovenstaande, en (blindelings?) vertrouwt op de effectiviteit van antibiotica. Dat vertrouwen wordt ook gedicteerd vanuit de landelijke richtlijnen. De ziekteverschijnselen die na een kuur van, hier in Noorwegen, twee weken met een antibioticum resteren, worden in het medische circuit het 'post Lyme syndroom' genoemd; dat de spirocheet een dergelijke kuur overleeft, is vanuit de richtlijnen ondenkbaar. Ondertussen zijn er genoeg ervaringsgegevens beschikbaar om vraagtekens te zetten bij die effectiviteit, maar protocollen vanuit het Helsedirektorat (het ministerie van gezondheidszorg) zijn hier nog heiliger dan in Nederland. Het is in het buitenland, en dus ook in Noorwegen zelf, algemeen bekend dat de in Noorwegen vanuit het Helsedirektorat voorgeschreven testen (gericht op het aantonen van antistoffen in het bloed) die gebruikt worden, een bedroevend lage betrouwbaarheid opleveren. Slechts bij 50 % van de mensen met Lyme wordt Borrelia geconstateerd via de test.  Een test bij gezonde mensen levert hetzelfde onbetrouwbare percentage foutmetingen op. Bij de helft van de mensen wordt de ziekte dus bgeconstateerd, terwijl ze het niet hebben. Deze test vormt 'de gouden standaard' in Noorwegen. Onze huisarts, een weldenkende en goedwillende man, is gebonden aan deze standaard. Medewerking aan een test met een grotere betrouwbaarheid, waarbij het bloed onder een microscoop onderzicht wordt op de aanwezigheid van spirocheten in het bloed, behoort niet tot de standaard. Medewerking door de huisarts daaraan zou hem vrijwel zeker op een berisping zijn komen te staan, en hadden misschien tot schorsing geleid. (Hij heeft wel een spinaaltest voorgesteld, een test waarbij ruggemergvloeistof getest werd, maar Folmer had geen belang bij dit voor hem belastende onderzoek.) Voor onze huisarts blijft zijn professionele opstelling dat het 'niet bewezen' is dat Folmer Lyme heeft, hoewel hij in de praktijk wel meewerkt. Ze hebben een modus vivendi gevonden, zeg maar. Jammer is echter, dat een dergelijke houding elk zinnig gesprek over eigen ervaringen in de weg staat, en je vervolgens die weg zelf moet zoeken.



Wetenschapsmuseum in Trondheim met Rein. Alleen maar experimenten, dus veel zelf doen.


Maar terug naar het eigenlijke verhaal. Hoewel de terugval wel verklaarbaar was, waren het voor Folmer fysiek zware maanden, waarin hij de benauwdheid die hij voelde wanneer hij dacht aan weer aan het werk gaan, zo goed mogelijk parkeerde.
Rond begin november stond er echter een advertentie op de site van Placement, (een site voor Nederlanders die geïnteresseerd zijn in wonen en werken in Noorwegen), waarin iemand een bedrijf milieuvriendelijke in dakbedekking te koop aanbood. En toen begon het te kriebelen bij Folmer.
Half december was er voor het eerst het bericht bij de bioresonantietherapeute dat het aantal spirocheten in zijn lichaam meetbaar afgenomen was. De periode van intensieve behandeling begonnen vruchten af te werpen? Het was hoe dan ook goed nieuws, en al voelde Folmer nog geen duidelijke verbetering, het ging de goede kant op. Het bedrijf bleef door zijn hoofd spoken. Hij ging eens bellen en praten hier en daar, en van het een kwam het ander. Het zag er interessant uit, vond hij, en bestudering van de cijfers met een accountant leverde ook een positief beeld op. In januari kwam er ook de lichamelijke verbetering waar hij al op hoopte na het positieve bericht in december. Hij kreeg meer energie.
In november was vanuit Nederland het bericht gekomen vanuit de Belastingdienst, dat financiële afwikkeling en de opheffing van Fenix milieu ingezet kon worden. Laat het bedrag dat daarmee vrijkwam nou precies het bedrag zijn wat Folmer overeen kwam met de eigenaar van het bedrijf... Ken je dat gevoel, dat alle pijlen op een bepaald moment in een richting wijzen? Het was een rare situatie, en bij tijden voelde het als volkomen onverantwoordelijk, waar Folmer mee bezig was. Uiteraard waren er risico's. De gezondheid van Folmer verbetert, maar er blijft het risico van terugval. We weten ook niet zeker of hij 100% geneest. Daar hebben we dan ook uitgebreid bij stil gestaan. Maar die stijgende lijn die is er, en die komt overeen met de verwachtingen van het verloop dat we allebei hadden.


 Op 7 maart moest ik voor mijn werk in Stjørdal zijn. Vanuit Trondheim heb ik de trein genomen. Een prachtige reis, vlak langs het fjord.





















Twee weken geleden kreeg Folmer een bril, en dat droeg er ook aan bij dat zijn vermoeidheid afnam, en hij zekerder van zichzelf werd. (Ik had hem er al een paar maanden proberen over te halen eens naar een opticien te gaan, ondertussen liep hij maar te klooien met van die leesbrillen van de HEMA. Die had hij vervolgens de hele dag op.... Hij begon driedubbel te zien, en dat had wel degelijk met die HEMA brilletjes te maken, en niet met Lyme.... Eigenwijs, he?) De eerste week van Maart was een spannende week. Op dinsdag reed Folmer naar Værnes (vliegveld Trondheim), waar hij een afspraak had met iemand van Firestone, het moederbedrijf in Belgie. Het was voor het eerst dat hij weer zo'n lange afstand zelf zou rijden sinds half september 2013. Het was een goed gesprek, en het rijden ging prima. (Het veer tussen Flakk en Rørvik betekende sowieso al een half uur gedwongen pauze tussendoor, dat kwam goed uit.) Op woensdag zat hij bij de NAV, de uitkeringsinstantie. Het klimaat is hier een stuk liberaler in Nederland, wat betreft het vanuit een uitkering starten (in dit geval overnemen) van een bedrijf, de enige voorwaarde was dat hij zijn baan bij de gemeente op moest zeggen. In 'ruil' daarvoor wordt er een redelijk vangnet geboden in geval van ernstige gezondheidsverslechtering. Ook is er sprake van back-up in de opstartperiode, want hij is uiteraard niet van de ene dag op de andere beter. Ik weet in ieder geval dat het voor Folmer een opluchting betekent, en uit ervaring kan ik zeggen dat de kans groot is, dat hij daarmee de wind weer in de zeilen gaat krijgen. Het zal niet de eerste keer zijn, dat het zo werkt bij hem.
Op woensdag zat hij ook bij de huisarts, die zijn medewerking toezegde. Op donderdag ging hij naar de gemeente en vroeg om opzegging van zijn contract met ingang van 1 maart in plaats van met de gebruikelijke opzegtermijn. Dit is door de gemeente geaccepteerd en vanaf 1 maart is Folmer weer ondernemer, maar nu in Noorwegen.
Het is erg grappig om te merken wat het losmaakt bij mensen in je omgeving, wanneer je een dergelijke stap neemt. Vanuit ervaring die wij eerder hebben opgedaan, zijn we niet zo bang meer aangelegd. Toen we vonden dat we onze zaken goed hadden geregeld, was de keuze dan ook snel gemaakt. Plezier in het werk en vrijheid hebben voor ons allebei een grotere zeggingskracht dan een vast contract en zekerheid. De mensen van het NAV keken Folmer echter doordringend aan, toen hij min of meer opgelucht zei dat hij opzeggen een acceptabele voorwaarde vond. "Weet je dat wel zeker?" vroegen ze tot drie keer toe. Dat was ook de reactie van de rådman (vergelijkbaar met de gemeentesecretaris) toen Folmer hem zijn ontslag aanbood. "Je had hier oud kunnen worden", verzuchtte hij. "Ja, misschien wel oud", antwoordde Folmer. "Maar niet gelukkig."

In het weekend van 7 maart kreeg Folmer officieel het bedrijf op zijn naam. Toen hebben we anderhalf uur gewandeld, de dag erna weer ruim een uur.



Ondertussen zijn we weer een halve week verder. Folmer kreeg tijdens de behandeling op 10 maart te horen dat alleen nog bij zeer nauwkeurige meting spirocheten te vinden zijn. Folmer is weer beter.

Het bedrijf wat we gekocht hebben en waar Folmer in gaat werken, heet Topp Bygg. het is een bedrijf in milieuvriendelijke dakbedekking, ook geschikt als ondergrond voor 'groene' daken. (Daken met begroeiing). Het bedrijf is 10 jaar geleden opgezet, door iemand die nog twee andere bedrijven had. Hij kwam er niet aan toe. Hij heeft er de afgelopen jaren erg weinig tijd en energie in gestoken. Er zijn echter vaste klanten, die steeds terugkomen. Folmer kan het dus rustig aan opbouwen. In week 12 is Folmer naar Fåvang gereden, de vorige vestigingsplaats van Topp Bygg, om de inventaris te verhuizen.








 Het kapitaal van het bedrijf bestaat uit twee zeecontainers met inhoud, en een heftruck. (Is het geen schatje?) Die gingen vorige week op een vrachtwagen, en ze staan nu in Bjugn, naast de plaatselijke doe-het -zelfzaak. Folmer gaat binnenkort op cursus voor een heftruckcertificaat.










Tocht over Dovrefjell.



En vorige week was het zowaar al een beetje voorjaar!












In week 13 zijn we erg verwend. Op maandag hebben we een prachtig noorderlicht gezien, dat zelfs in Nederland te zien was. Zo helder en prachtig hadden we het nog niet gezien. En op vrijdag was er de zonsverduistering. Op het moment van de grootste verduistering waren en teveel wolken, maar het laatste stukje was duidelijk zichtbaar.

Nog meer mooie foto's zien? http://www.fosna-folket.no/_rets_bilder/article10655810.ece
Voor degenen die een Facebook account hebben: https://www.facebook.com/visittrondheim.no

 Op zijn mooist zag het er zo uit. Echt waar.